KONING 1952
MAURICE CRYNEN

1953

Halfvasten zonder Maartse buien, met lachende snoetjes van dikke boerendochters en slikkende kelen van trouwe bierewinkelklanten. Zo is 't ieder jaar in de dorpen waar de gans wordt gereden. Het oude schilderachtige Wilmarsdonk, en het tweeganzige Berendrecht in feest!

Paarden en ruiters, kleurig getooid, een witte gans in een kooi, een dokter in een koets, een sjampetter in tenue, en blaasinstrumenten in de droge monden der muzikanten dat is het hele stel dat er bij te pas komt om een gans te onthoofden.

De gans wordt gehangen, de paarden draven, de ruiters trekken, "Ai bekaast!" en weer draven en weer trekken. De ganzenek rekt. Er wordt gelachen, geroepen, geblazen, gevallen, gedoktoord en geopereerd. Er wordt geschonken, geklonken en gedronken, er wordt door kleine peuters aan moeders rok gezaagd voor een pakske fritten en snotneuzen stouwen heimelijk achter een schoon lief tot eindelijk de ganzenek kraakt. De halzen der toeschouwers rekken. Hoera, bravo wordt gehuild. "Zeg, wien is 't, Mieke?"

Maurice Crijnen in Berendrecht
De mannen van de oude gans haalden eveneens met Halfvasten hun paarden van stal om slag te leveren op de Solftplaats. Met 17 ruiters werd gestart en na een uurtje djengelen was het koppeke murw en bleef in de handen van een ruiter die foutief zijn paard had staande gehouden. Wat moest er gedaan? De kop was weg!

Een tweede gans werd er bijgehaald en ze begonnen opnieuw te toeren. Maurice Crijnen die er de pak van weg heeft, maakt er kot spel mee en werd een tweede maal koning gekroond.

Hiermee zijn de twee laatste koningen voor het keizerschap gekend. Zondag zal 't er spannen op het Solft in Berendrecht en heel De Polder zal er getuige van zijn.

De Polder, zondag 30 maart 1952