1958

KEIZER 1963
PETRUS WILS

1969

Vorige zondag heeft Zandvliet weer een topdag gekend dank zij de Verenigde Ganzenrijders, die er hun jaarlijks Keizerschap hadden ingericht. Er was veel volk (hoe kan het anders wanneer er 13 fanfaren op bezoek komen) doch de ijzige koude was er de oorzaak van dat vele zondagstoeristen bij hun televisie waren blijven plakken. Toch is het een schoon Keizerschap geweest en onze pronostiek van vorige week is uitgekomen. Van de 8 ruiters die we als kandidaat-keizers hadden opgesomd heeft Piet Wils van de Oude Gans Berendrecht, die reeds twee jaar na elkaar plaatselijk de Koningstitel bemachtigde nu ook met een machtige greep de Keizerskroon voor zijn rekening genomen alsook 11.000 baarden, die eraan verbonden waren.

Het was koud, zondagnamiddag, 'n ijzige noorderwind blies door de straten. De mensen der fanfaren die vanaf 2 uur naar Zandvliet kwamen afgezakt stonden met kiekenvlees op hunne rug te bibberen terwijl de stoet gevormd werd. Vele gingen zich middelwijl nog wat opwarmen in een café. Rond half drie kwam er dan beweging en trok de stoet met keizer Heylaerts en zijn koningen, opstappend tussen de verschillende fanfaren, op gang.

Receptie zonder stadsvolk
Aan het gemeentehuis werd de stoet geschouwd door de personaliteiten en ganzenrijdersbesturen, die daarna een receptie kregen aangeboden. Van Antwerpen-stadhuis was er weerom geen kant te bespeuren. Wel was het gemeentebestuur officieel vertegenwoordigd door onze eigen mensen: de heren Graaf Le Grelle en Carpentier. Ook dhr Van Der Maegdenbergh, provinciaal raadslid woonde deze receptie bij en dhren Vissers, Hendrickx en Wouters, respectievelijke secretarissen van Lillo, Berendrecht en Zandvliet. Gewestelijk voorzitter Julien Van Der Stee, Klein maar dapper, als ganzenrijder geboren en als ganzenrijder zullende sterven sprak de aanwezigen toe met geestdrift en folkloredrang zoals we dat van hem gewoon zijn. Namens 't stadsbestuur werd het woord gevoerd door dhr Carpentier. Met de fonkelende erewijn en dikke sigaren erbij werd het een schitterende, gemoedelijke ontvangst.

En de stoet trok voorbij
Dat in Zandvliet mensen waren die geen gelegenheid hadden om de stoet te zien is haast onmogelijk. De ruiters en fanfaren sjokten het hele dorp af van west naar oost en van oost naar west achter hun plankjesdragers, die hen meelokten tot helemaal achteraan op de Heide. De meeste toeschouwers bleven binnen en zagen de karavaan voorbijtrekken van achter het glas, waar de stoof brandde en het warm was. Het werd een algemeen geprentel op deze kilometervreterij en bijzonder de mee opstappende dames hadden het niet onder de markt met hun hoge hakken. Een Stabroekse schone was zo verontwaardigd dat zij reeds op weerwraak zon voor de mannen van Zandvliet. "Als de Keizerskroon per toeval naar Stabroek komt, sturen we die mannen van Zandvliet volgend jaar in stoet langs Klaverenboer of langs de Heuvels en de Hazenpad" zegde zij.

Volgens de voorzitter achteraf verklaarde was het een vergissing van de optochtleider. Maar kom laten we niet vitten. Er was nog heel wat schoons en prettigs te beleven. Met enige vertraging begon dan de grote keizerstrijd. Op de tribune zaten slechts weinig genodigden maar rond de nadarbarelen verdrong zich een dichte massa toeschouwers terwijl de koulijksten in de nabijgelegen herbergen aan de tapkasten gingen pleisteren.

Spektakel
Ze deden allen hun best. De ruiters, de delegenheidsgarde, die luisterde naar de naam van "Beuling", Drieske Van Agtmael, de mazensnijder, den doktoor met zijn verpleegsters, ze zorgden voor een folkloristisch spektakel dat de toekijkende mensen de nijpende kou deed vergeten. Toen de ganzekop begon te lossen kwam er dan no gspanning bij terwijl de premie almaardoor verhoogde. Twee uur en half hing die gans daar te bengelen en dan plots gebeurde het: Piet Wils, de dubbele koning van Berendrecht gaf een ferme sleur en pikte de ganzekop mee tot grote vreurde van zijn supporters.

"Leve de Keizer!" schreeuwden zijn vrienden. Nog lang werd er nagevierd bij pot en pint. Stukskes fanfare zwalpten tot het donker werd van het ene lokaal naar het andere om tenslotte met loodzware benen huiswaarts te verzeilen.

Een nieuwe keizer regeert weer tot 1964!

De Polder, zondag 7 april 1963